Direct naar artikelinhoud
Analyse

Springt u deze zomer bij in de zorg? Ervaring niet vereist

Familieleden zullen deze zomer moeten bijspringen in de zorg voor hun gehandicapte en oudere naasten. De personeelsnood is zo hoog dat personeel het alleen niet aankan. Deze vier noodgrepen zetten de gehandicapten- en ouderenzorg deze zomer noodgedwongen in.

Ook het niet-zorgpersoneel van Amarant helpt in de gehandicaptenzorg vanwege personeelstekorten. Zij kunnen eenvoudige taken op zich nemen.Beeld Marcel van den Bergh

1. De familie zal moeten helpen

‘In deze brief vragen wij iets ongebruikelijks, wat in de historie van Ons Tweede Thuis nog niet eerder is voorgekomen.’ Zo begint de brief die de zorgorganisatie voor gehandicapten vorige week stuurde aan alle ouders en verwanten van de cliënten die bij de Noord-Hollandse zorgorganisatie Ons Tweede Thuis wonen.

De vraag: kunt u ons deze zomer helpen door óf uw kind een tijdje thuis te verzorgen, óf door bij te springen in de woning van uw kind met taken als koken, wandelen en de koffie klaarzetten. Geeft u alstublieft aan de locatiemanager door wanneer u deze maanden níét beschikbaar bent.

De brief, zegt regiomanager Karin Klaassen, tekent de ‘mindshift’ die de gehandicaptenzorg moet doormaken om de zorg voor alle mensen met een beperking te kunnen laten doorlopen. ‘Daarvoor hebben we alle creativiteit nodig, de uitdagingen zijn zó immens.’

In de gehandicaptenzorg alleen al staan achtduizend vacatures open. Het ziekteverzuim ligt vanwege corona ruim boven de 10 procent, met grote regionale uitschieters naar boven. Medewerkers lopen op hun tandvlees en zijn aan vakantie toe. De ouderenzorg: hetzelfde verhaal.

Waar ziekenhuizen de zorg in de zomer nog deels kunnen afschalen – ook veel patiënten zijn op vakantie – is dat voor de langedurigezorgsectoren onmogelijk: hun cliënten hebben elke dag zorg nodig. Het heeft tot gevolg dat organisaties de maanden juli en augustus met angst en beven tegemoet zien: hoe krijgen we in hemelsnaam alle roosters gevuld?

Daarvoor is het noodzakelijk dat zorgorganisaties een groter beroep doen op familieleden. ‘Dat is een enorme cultuurverandering’, zegt Klaassen. ‘Wij zijn gewend alles over te nemen, onze medewerkers voelen zich volledig verantwoordelijk voor de cliënt. Ze zeggen tegen mij: ouders om hulp vragen, dat voelt als falen.’

Maar het was juist de centrale familieraad die er bij Ons Tweede Thuis op aandrong de familie om hulp te vragen, zegt voorzitter Robert Verberg, wiens dochter in een woning van de zorgorganisatie verblijft. ‘Ik ken veel familieleden die zeggen: als ze me vragen, wil ik natuurlijk helpen. Als je als familielid niks hoort denk je: het loopt daar gewoon. Tot je hoort: we zijn juist hartstikke blij als u mee wilt wandelen, of meegaat naar het zwembad. Dan kunnen er twee extra bewoners mee op pad.’

Het is voor iedereen even wennen, denkt Verberg. ‘‘Wij ontzorgen u’, zeiden de medewerkers. Als je dat twintig jaar te horen hebt gekregen, is die andere knop misschien verborgen geraakt.’

Maar nu de zomervakantie een gatenkaas van de roosters maakt, komt de optie om geen hulp te vragen te vervallen. ‘Wij hebben gezegd: stuur deze brief naar de ouders, en kijk hoe dat bevalt. Het is een eerste stap van een proces waar we doorheen moeten’, zegt Klaassen. De eerste reacties zijn bemoedigend, zegt ze. Veel ouders willen graag hun handen uit de mouwen te steken.

Dat is dan weer één van de weinige voordelen van een personeelscrisis als de huidige, zegt Ester Zeeman, hr-directeur bij Amarant, een zorggigant uit Brabant. ‘Het dwingt om de inrichting van de zorg te kantelen.’ Doen we dat niet, dan is het risico dat ‘de kwaliteit van zorg ongecontroleerd afneemt’. Het zal dan ook niet lang duren voordat elke burger in Nederland de gevolgen van het personeelstekort in de zorg zal merken, denkt Zeeman. ‘We moeten de zorg echt omdraaien: eerst kijken wat de cliënt zelf kan, wat de familie kan, wat technologie kan, en dan zo laat mogelijk: wat kan de zorg nog doen?’

2. Ook de hr-afdeling is inzetbaar

Gisteren nog kon Zeeman een van haar beleidsadviseurs niet te pakken krijgen: die was aan het badmintonnen met een cliënt. Want deze zomermaanden (‘Dat loopt bij ons vanaf de meivakantie tot en met september’) helpt ook het niet-zorgpersoneel mee in de dagelijkse zorg voor de cliënten.

‘Onze medewerkers die in de ondersteunende diensten werken (denk personeelszaken, communicatie, beleid, red.) kunnen best met een cliënt naar de tandarts’, zegt Zeeman. De echte zorgtaken blijven dan bij de professionals, voor alle andere klusjes is een zorghart voldoende kwalificatie. Bij Amarant heet zo’n klusje ‘pakketje werk’.

Zorgmedewerkers die in de roosterknel komen met een duidelijk omlijnde taak, zetten die als ‘een pakketje werk’ op het intranet. Zo’n 200 ondersteunende medewerkers die hebben gezegd graag te helpen, krijgen een melding en kunnen het taakje overnemen. 

Niet alleen vaste medewerkers van Amarant kunnen zich op die manier nuttig maken. ‘We hebben zo’n 1.400 vrijwilligers’, zegt Zeeman. ‘Daarin zit nog veel meer potentie. Veel mensen hebben een hobby, die kun je gewoon uitoefenen in de zorg. Hou je van volkstuintjes, ga lekker bij ons tuinieren. Vind je koken leuk, doe dat dan voor onze cliënten. Het gaat eenzaamheid tegen en je ondersteunt onze groepen, het is een win-winsituatie.’

3. Roosteren is een vak apart

Het personeel van zorgorganisatie Dichterbij (Brabant, Limburg en Gelderland) zal deze zomer soms wat langer moeten reizen voor het werk. Zo wordt er vaker ‘bovenregionaal’ geroosterd. Door over meerdere teams te roosteren in plaats van per team, heb je meer mogelijkheden om de bezettingsproblemen op te lossen. Het kan zijn dat medewerkers daardoor op wisselende locaties moeten werken.

‘Dat ligt gevoelig’, erkent HR-directeur Joost van de Kamp, ‘teams willen de problemen graag met elkaar oplossen, en soms lukt dat ook, maar de bouw van een rooster kun je vergelijken met een timmerman die een dak bouwt. Ga je boven 1 millimeter scheef, dan zijn dat onderin al gauw vele centimeters. Zo is het hier ook: ga je op één plek niet-centraal roosteren, dan ga je op alle plekken meer ruimte openhouden.’

Andere zorginstellingen laten hun medewerkers juist zelf hun roosters maken. ‘De reden dat mensen hun contract opzeggen en zzp’er worden, is dat ze ervan overtuigd zijn dat ze dan meer grip en autonomie hebben over hun rooster’, zegt Erwin Broeders, HR-directeur bij Koraal. ‘Daarom proberen wij intern te regelen waar de zzp’er naar op zoek is, en mogen medewerkers zelf hun rooster organiseren.’

Waar de zorgorganisaties het over eens zijn: alle niet-hoogstnoodzakelijke taken vervallen in de zomer. Van de Kamp: ‘Dat schalen we zo ver mogelijk af: scholingen die niet verplicht zijn, jaargesprekken, projecten: deze periode even niet. Zo houden we handen aan het bed over.’

Wat Van de Kamp betreft komen ze ook na de zomer niet meer terug: ‘In de coronaperiode hebben we dat ook moeten doen, en toen was de reactie van veel medewerkers: hèhè, eindelijk doe ik het werk waarvoor ik ben aangenomen. Je hoeft echt niet elke twee weken te overleggen, als dat ook eens in de vier weken kan.’

Ook het niet-zorgpersoneel van Amarant helpt in de gehandicaptenzorg vanwege personeelstekorten. Zij kunnen eenvoudige taken op zich nemen.Beeld Marcel van den Bergh

4. Verleid het personeel tot extra uren

Gemiddeld werken de ruim 1,4 miljoen medewerkers in de zorg 24,5 uur per week. Het lijkt een haalbare doelstelling: als zij allemaal een uur extra werken, dan het zou personeelstekort in de zorg grotendeels zijn opgelost. Vandaar dat bijvoorbeeld zorgorganisatie Koraal nu contractuitbreiding bij de medewerkers onder de aandacht brengt, door zo duidelijk mogelijk te maken wat de rooster- en salarisgevolgen zijn van een paar uur extra per week werken.

‘We zijn begonnen in de regio Noord-en Midden-Limburg. Door in gesprek te gaan met medewerkers en aan te sluiten bij hun persoonlijke wensen en behoeften, hebben we op deze manier 10 fte aan vacatures kunnen wegpoetsen, en dat op 550 medewerkers in die regio’, zegt Broeders. ‘Daarom gaan we het nu uitrollen binnen de hele organisatie. Als het succespercentage zo hoog blijft, kunnen we ruim 80 van onze 145 vacatures wegwerken.’

Het is in potentie de meest hoopgevende oplossing voor het arbeidsmarkttekort, vindt ook Boris van der Ham, voorzitter van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland. ‘Maar dan moeten we ook iets doen aan de onderliggende structuren van onze maatschappij die hier nog niet op zijn ingericht.’

Denk aan voldoende kinderopvang, op toeslagen die vervallen als het inkomen stijgt, maar ook op cao’s die niet op elkaar zijn afgestemd. ‘Je zou moeten denken: hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen die meer willen werken in de zorg, dat ook kunnen? En denk breed. Stel, je werkt in de gehandicaptenzorg: je hebt mensen helpen opstaan, helpen ontbijten, en gaan ze naar de dagopvang. Dan zou je eigenlijk willen dat je die dag ook verder kunt werken in de ouderenzorg. Maar dat is ingewikkeld, want daar geldt een andere cao, met andere afspraken. Die scheidslijnen moeten we zien te doorbreken.’

Meer geld zou ook helpen. Een opmerkelijke coalitie van vakbonden en werkgevers bood vorige week een petitie aan in de Tweede Kamer om meer geld te vragen voor de salarissen in de zorgsector. En dat terwijl de nieuwe cao’s pas net in werking zijn getreden. Van der Ham: ‘Maar we hebben als zorg in totaal 2,5 miljard per jaar nodig om het inkomensgat met andere sectoren in te lopen, dus dat vraagt actie van Den Haag.’

Betere roosters, beter inkomen, het zou ertoe moeten leiden dat ook minder medewerkers een werkgever verlaten en voor zichzelf beginnen. Jaarlijks geven gehandicaptenorganisaties 220 miljoen euro uit aan personeel dat niet in loondienst is. In de ouderenzorg was het vorig jaar 1,4 miljard euro.

Ester Zeeman van Amarant wijt die enorme bedragen deels ook aan de cao’s die werkgevers en vakbonden afspreken. ‘Er staan veel regels in die onze sector belemmeren. In de arbeidstijdenwet staat dat je 10 uur per nacht mag werken, in onze cao staat 9 uur. Hetzelfde principe geldt voor het aantal uren per dag. Er zijn echt mensen die meer willen werken, maar die zijn nu gebonden aan onze cao. Zo zitten we onze eigen sector in de weg.’

Maar voor nu, zegt Zeeman, is het belangrijkste om maximaal flexibel te zijn, en vooral ‘groot te denken, en klein te doen’. Dus: ‘Wie van de vrijwilligers kan koken op dinsdagavond? Kan de moeder de notulen van het multidisciplinair overleg uitwerken? Zet op het intranet welk werk je kwijt moet. Dat werkt stukken beter dan twintig pagina’s beleid, dat leest toch niemand.’