Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Teatske van der Zijpp: Laat zorgmedewerkers meepraten over robots in de zorg

Technologie is een antwoord op de uitdaging in de zorg, maar ondanks vele pilots lijkt de introductie van technologie continue te stranden. Zelfs beeldzorg, wat een vlucht nam tijdens de pandemie, is weer weggezakt. Toch is er een grote kans op slagen, stelt Teatske van der Zijpp. lector ‘Persoonsgerichtheid in een ouder wordende samenleving', mits we technologie inzetten op een manier die past bij de behoeften van de eindgebruikers en deze eigen regie niet in de weg staat.

Fontys 31 augustus 2022

Relationeel mensbeeld vs zelfredzaamheid

De overheid heeft een uitdaging om het tekort in de zorg op te vullen. Er wordt in beleidsstukken de nadruk gelegd op zelfredzaamheid naast eigen regie en geschreven over het vervangen van zorg door middel van technologie, maar van der Zijpp twijfelt of dit de weg voorwaarts is: “Er wordt veel gesproken over zelfredzaamheid, maar dit is niet voor iedereen haalbaar. Ik geloof in een relationeel mensbeeld, waarin we oog hebben voor de onderlinge afhankelijkheid van elkaar. Dit past bij een holistische kijk op zorg. Je kan bijvoorbeeld wel een elektronische medicijndispenser inzetten om zorguren te besparen, maar als de patiënt vervolgens eenzaam wordt door het verlies van dat contact en nieuwe gezondheidsproblemen ontwikkeld is het effect niet positief. Zorgprofessionals kijken daarom holistisch naar die zorgvraag, niet taakgericht. Wat je ook inzet aan technologie, het moet daar een extensie van zijn. Ook is technologie wat mij betreft pas een oplossing als het ‘samen zorgen’ ondersteunt waarbij ook (in)formele netwerken worden betrokken in zorg.”

Persoonsgericht

Dat is dan ook precies waar het nu vaak misgaat, stelt van der Zijpp. Technologie wordt wel ingezet, maar voldoet niet altijd aan de wens of past niet bij ieders behoeften: “Voor de zorgverlener is technologie vaak iets wat er bij komt en soms, aanvankelijk, meer werk oplevert. Dus wij proberen die werkelijkheid te benaderen en te onderzoeken waar het niet lekker loopt. Hoe wordt het primaire proces waar zorgaanbod en zorgvraag elkaar ontmoeten, beïnvloed? Wordt het nut van de technologie gezien? Wordt de zorgmedewerker ‘ontzorgd’ waar het gaat om de technische aspecten van de tools die worden ingezet? Vaak ontbreekt het aan ondersteuning, bijvoorbeeld als zo’n dispenser vastloopt. Dat proberen we duidelijk te krijgen in ons onderzoek.” Bovendien is technologie beperkt inzetbaar, benadrukt van der Zijpp: “Als je een robot inzet om een persoon met dementie te helpen met een dagstructuur, dan komt er een punt dat die robot niet meer helpt. Zorgpersoneel moet dan niet alleen behendig zijn met de technologie, maar ook wendbaar zijn en kunnen acteren als aanpassing nodig is. Er zijn dus geen one-size-fits-all oplossingen.” 

Eigen regie

Inzet van technologie moet daarin dus persoonsgericht zijn; ruimte bieden voor eigen regie van de gebruiker en niet voelen als iets wat opgelegd is. Daarom is het belangrijk dat niet alleen vanuit financiële, strategische of technologische overwegingen wordt gekeken. De gebruikers zijn nodig voor een succesvolle ontwikkeling en implementatie. Niet alleen de zorgvrager maar ook de zorgmedewerker: “De zorgmedewerker kent de praktijk en weet waar de meerwaarde ligt. Bovendien kan je in gesprek uitvinden of technologie in bepaalde gevallen rendabel is. Robots zijn goed in repetitieve taken en zwaar werk, laten we ze daar ook voor inzetten. Stel je kan een robot maken die alle registratie doet, zodat een zorgmedewerker de handen vrij heeft, daar maak je heel veel mensen blij mee. Inzet van technologie kan veel bieden, maar mag, wat mij betreft, de autonomie van patiënt en zorgverlener niet in de weg staan.”

Sociale robots als verbinders

Oud-student en zorgvernieuwer Teun Toebes liet zich onlangs kritisch uit over het gebruik van een robotkat voor patiënten met dementie. Deze zou kunnen zorgen voor verschraling van de zorg en mogelijks zelfs bijdragen aan stigmatisering van de patiënt. En zou een echte hond of kat dan niet beter zijn? Van der Zijpp is juist optimistisch over zorgrobots: “Dat is in mijn ogen een zorginnovatie die iets mogelijk maakt wat voorheen niet kon, en echt meerwaarde levert. Je kan een echte kat of hond er niet op elk moment bijpakken, maar deze wel.” De kritiek dat een robotkat een bepaald stigma heeft, begrijpt van der Zijpp goed: “Daar moeten we zeker een afweging in maken, en ook dat is een verpleegkundige taak. Zorgrobots in privésferen zijn al geaccepteerd, zoals slaaprobots, dus misschien gaat dit gebruik ook normaliseren. Ook kunnen we verkennen waar een robotkat wellicht het persoonlijk contact tussen patiënt en familie kan ondersteunen. De robot wordt dan een verbinder, waar anders de kleinkinderen misschien wegblijven."

Hoe nu verder?

Er is dus veel potentie, maar ook zijn er nog veel stappen die gezet moeten worden. Van der Zijpp stelt voor dat we veel aandacht besteden aan bewezen technologie en de implementatie daarvan, zodat we die op orde krijgen: “Als het daar al niet bij loopt, moeten we eerst kijken hoe dat wel kan bijdragen. We moeten kijken naar de behoeften vanuit de zorgvraag en het zorgaanbod en welke aspecten zich echt lenen voor de inzet van robots en bijdragen aan een betere zorgrelatie. Technici weten wat er kan en zorgpersoneel kent de praktijk, in dialoog moeten we dus mooie dingen kunnen maken.”

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.