Direct naar artikelinhoud
interviewpieter omtzigt

Toeslagenaffaire, Gronings gas of de oorlog: bij elke crisis ziet Pieter Omtzigt in Den Haag dezelfde fouten. ‘Er lijkt geen urgentie’

Pieter Omtzigt, onafhankelijk Kamerlid, is een van de scherpste critici van de wijze waarop het kabinet-Rutte de EU-sancties tegen Russische instellingen en individuen uitvoert. Bij elke nieuwe crisis ziet hij steeds weer dezelfde structurele fouten. ‘De draaiboeken zijn er niet.’ 

Pieter Omtzigt (Groep Omtzigt) in de Tweede Kamer.Beeld Bart Maat / ANP

‘Het is een patroon in Nederland dat er heel veel gesproken wordt tijdens crises maar er eigenlijk geen goede draaiboeken liggen of voorbereidingen zijn getroffen. Maar als je met sancties tegen Rusland de eerste 36 dagen niet al teveel uitvoert, heb je mensen de gelegenheid geboden veel weg te sluizen.’

Pieter Omtzigt, onafhankelijk Tweede Kamerlid, is een van de scherpste critici van de wijze waarop het kabinet de EU-sancties tegen Russische instellingen en individuen uitvoert. Hij bespeurt structurele oorzaken die zich wreken bij elke nieuwe crisis. Polderen in crisistijd ondermijnt de besluitvaardigheid. ‘We weten niet waar we naartoe willen’, dus is er vaak ook geen middellange-termijnplanning. En het is altijd zoeken naar een politiek verantwoordelijke. ‘Wij zijn er in Den Haag meesters in, om ervoor te zorgen dat je niet precies kunt vaststellen wie ergens voor verantwoordelijk is.’ 

Dat mechanisme was vorige week goed zichtbaar toen – na hevige kritiek uit de Kamer dat Nederland qua sancties tegen Rusland nog te weinig doet – het kabinet terugsloeg met een inmiddels afgestompt wapen: de benoeming van een nationale coördinator sancties. Maandag werd zijn naam bekend: oud-minister Stef Blok. 

De Tweede Kamer vindt dat de regering geen urgentie toont bij de uitvoering van de sancties. Kunt u een voorbeeld geven?

‘Hoewel premier Rutte aan het begin van de oorlog zei dat we goed voorbereid waren op sancties, blijkt nu dat Nederland relatief weinig geld heeft bevroren – terwijl de Amsterdamse Zuidas voor Russisch geld zo’n belangrijke plek is. Hoe kan dat?

‘Veel oligarchen hebben niet alles op hun naam geregistreerd. Ze hebben er een kerstboom van gemaakt en vragen dan zeer waarschijnlijk een ‘ruling’ aan (een individuele afspraak van een persoon of bedrijf met de Belastingdienst, red.) om te weten wat ze met de belasting moeten doen. Met die ‘rulings’, en de bewijzen over de ‘uiteindelijke begunstigde’, die sinds enkele dagen verplicht zijn, moet je die sancties redelijk makkelijk kunnen opleggen.

‘Maar toen ik Rutte vroeg naar die rulings antwoordde hij niet dat ze die niet kunnen vinden, maar dat het niet mag vanwege de privacy. Toen viel ik echt van mijn stoel. Want de bewuste wet die over de privacy gaat, heeft gewoon uitzonderingsgronden. Ik diende een aangenomen motie in om het binnen 48 uur te regelen en dat gebeurde. Maar toen zeiden ze: we hebben ook een probleem met de AVG (EU-regelgeving over databescherming, red.). Daar moeten we ook een uitvoeringsbesluit voor aanpassen. Maar dat kán een minister in no time aanpassen. Dan moet je niet op de Kamer wachten! Ik heb niet gezien dat ze in Frankrijk of België zeiden: oh, we kunnen niks in beslag nemen vanwege de AVG.

‘Dus Russische oligarchen worden beschermd door de AVG terwijl belastinggegevens van u en van mij met veertig verschillende overheidsinstellingen uitgewisseld worden. En terwijl we bij de Belastingdienst zwarte lijsten hadden waar 300 duizend burgers op stonden, die met iedereen zijn uitgewisseld. Dit kan echt niet.’

De sancties zijn in zeer korte tijd tot stand gekomen, verdedigt het kabinet zich. En er wordt keihard aan gewerkt door ambtenaren op veel ministeries. Is Nederland dan toch weer overvallen door de gebeurtenissen, ditmaal sancties?

‘Ja. Maar er zijn al sancties sinds 2014, dus als het goed is, zou er allang een infrastructuur zijn opgezet. En aan dit sanctiepakket is wel degelijk gewerkt voordat het bekend werd. Op het bevriezen van tegoeden en bezittingen had men zich gewoon kunnen voorbereiden.’

Het kabinet schrijft dat er vanaf 2 december interdepartementaal werkoverleg was over die sancties, maar dat pas sinds het begin van de oorlog dat overleg zich richtte op ‘uitvoeringsvraagstukken’. Daarvoor dus blijkbaar niet.

‘We zien hier wat we al heel vaak gezien hebben: dat er heel lang geen uitgewerkt plan ligt, en dat we de uitvoering pas ter hand nemen als er een besluit ligt. Die draaiboeken zijn er niet. Die waren er ook niet aan het begin van de coronacrisis. We zagen het ook bij het dichtdraaien van de gaskraan in Groningen, al kon je dat besluit jaren zien aankomen. Je zag het ook bij de Catshuisregeling voor getroffen ouders in de toeslagenaffaire. We hebben maanden gezegd: we willen een betere regeling voor die ouders. Toen gingen ze onder grote druk die groep uitbreiden waardoor mensen die relatief weinig schade hadden een heel groot bedrag kregen en mensen die het echt klem gezet zijn niet worden geholpen.’

Op 24 maart, een maand na het begin van de oorlog, kwam voor het eerst de rijksbrede stuurgroep sancties ‘op directeursniveau’ bijeen. Dat roept de vraag op of er veel urgentie achter zit.

‘Nee. Er lijkt geen urgentie in te zitten. Ook in de Tweede Kamer lijkt de regering overvallen, wat raar is gezien de signalen. Het verraste mij dat de regering verrast was.’

Het beeld dat oprijst is er een van herkenning, ook als je terugkijkt naar de evacuatie uit Afghanistan. Veel vergaderingen, weinig daadkracht in Den Haag. Kan Nederland omgaan met crises?

‘Er zijn een paar problemen. We hebben een probleem met de middellange planning, omdat we vaak niet weten waar we naartoe willen. Dan doen we heel lang niks en komen we ineens in actie, terwijl je een aantal dingen goed had kunnen voorbereiden. Tweede probleem is onze poldermentaliteit. Die werkt misschien wel in de dagelijkse realiteit, maar minder in crisissituaties omdat er veel te veel mensen bij betrokken zijn. En ten derde zijn wij in Den Haag meester om ervoor te zorgen dat je niet precies kunt vaststellen wie ergens voor verantwoordelijk is.

‘Dat zie je ook in de Kamerbrief over sancties. Er is een hele structuur. En nu wordt er een nog grotere structuur opgetuigd voor wat er hier aan de hand is. En waar die nog grotere structuur precies goed voor is, is mij volstrekt onduidelijk. Dus we benoemen vandaag een nationaal coördinator sanctie en naleving, maar we hebben al een rijksbrede stuurgroep sancties, er is al een interdepartementale taakgroep en er is al een projectdirecteur op die interdepartementale werkgroep – en die staat nog los van de sanctie eenheid van Buitenlandse Zaken die de taak heeft te coördineren. Wie is nu waarvoor verantwoordelijk, dat is een van mijn grote vragen aan dit kabinet.’

Pieter OmtzigtBeeld Remko de Waal / ANP

In de brievenrubriek van de Volkskrant werd gesuggereerd dat premier Rutte wellicht een goede nationale coördinator zou zijn.

‘Het kabinet stuurde een brief ondertekend door acht ministers. Maar er is inderdaad iemand die primus inter pares is in het kabinet. En het is een zaak van eminent belang. Dus ik zou het niet gek vinden als hij of minister Hoekstra verantwoordelijk zou zijn. Maar hier zien we wat altijd gebeurt: de premier stapt bij zaken van nationaal belang wel naar voren, maar als er verantwoording moet worden afgelegd is dat altijd door de minister.’

Is de aanstelling van zo’n coördinator ook niet een manier voor de minister om te duiken? 

‘Soms lijkt het erop dat zo’n functie van coördinator of gezant wordt gecreëerd mede met de doelstelling om een buffer te vormen tussen de bewindspersoon en het probleem. Een soort politiek stootkussen.’

Is Nederland meer reactief dan proactief inzake sancties tegen Rusland, die al vanaf 2014 gelden?

‘Het lijkt erop dat men vooral bij Rusland zeer reactief geweest is. Het lijkt erop dat grote invloedrijke bedrijven niet veel last hebben van de sancties en dat de belangen van Nederland en Rusland te zeer verstrengeld zijn geraakt waardoor Nederland bijvoorbeeld indirect ook een belang in de pijpleiding Nord Stream had.

‘In 2013 ben ik heel hard tekeergegaan, samen met Jesse Klaver, toen ik zag dat de Nederlandse ambassade in Kyiv actief oligarchen aan het werven was om hun geld naar de Zuidas te brengen. De Russische oligarchen zijn niet per ongeluk via de achterdeur naar binnen gekomen maar met de rode loper door de voordeur. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat men het makkelijker vindt om met het volle gewicht op toeslagenouders te gaan zitten die wel in hun recht staan, dan op oligarchen op de sanctielijst.’

Is het voorstelbaar dat president Poetin, als er ooit een regeling wordt getroffen, weer salonfähig wordt hier?

‘De fout die wij gemaakt hebben, is dat we geen duidelijke signalen hebben afgegeven. In de Raad van Europa bijvoorbeeld werd na de annexatie van de Krim op mijn voorstel een resolutie aangenomen die de Russische delegatie het stemrecht ontnam. Ze werden feitelijk een tweederangs lid. Maar een paar jaar later zijn al die maatregelen weer opgeheven. Het Westen heeft veel te lang geen duidelijke rode lijn getrokken en iedere keer kreeg Rusland het signaal: we kunnen iets doen, en dan is iedereen een tijdje kwaad, maar dan ebt het weer weg. Die onduidelijkheid is ons heel duur komen te staan. Landen als Georgië, de Baltische staten en Polen waarschuwden de afgelopen jaren voortdurend: jongens, als jullie die grens niet trekken, dan gaan ze eroverheen. Ik zag dat ze gelijk hadden.’

Het lijkt erop dat Rutte in Den Haag fier zegt ‘niets uit te sluiten’, maar in Brussel, met Duitsland, tot de landen behoort die toch vaker op de rem staan. Klopt dat?

‘Het probleem is dat we van indrukken uit moeten gaan, dat is lastige bij de Europese besluitvorming. In Nederland hebben we diffuse besluitvorming: we zorgen constant dat niet precies duidelijk is wie het besluit heeft genomen. Dat doen we bijvoorbeeld bij de noodverordeningen over Oekraïne. Die leggen we neer bij de veiligheidsregio’s. Nou sorry, maar daar waren ze niet voor bedoeld. Voor een moeilijke politieke taak – het huisvesten van grote groepen vluchtelingen terwijl we kampen met enorme krapte is door falend woonbeleid van de afgelopen vijftien jaar – maak je niet een ongekozen bestuurslaag verantwoordelijk.

‘En datzelfde gevoel krijg je in Brussel: we kunnen niet precies achterhalen wie wanneer welk standpunt inneemt. Er zullen vergaande opties op tafel komen. Op een paar dingen hebben wij grote invloed: we weten dat de Zuidas een grote draaischijf is, dat Nederland een draaischijf met gas is, en een belangrijke rol in het internationaal recht heeft. Dat zijn de punten waarop we concrete bijdrages kunnen leveren.’

Wat zouden we op het gebied van gas moeten doen?

‘Ik denk dat het idee dat we pas in 2025 onafhankelijk zullen zijn van Russisch gas een veel te lange termijn is. Ik ben ook heel benieuwd of men achter de schermen noodscenario’s klaar heeft liggen: want het is de komende weken een reëel scenario. Ik vind dat we daarvoor met meer dan een stuurgroep en een coördinator voorbereidingen moeten treffen. Het zou ook zeer verstandig zijn als het Westen gaat nadenken over hoe het ervoor kan zorgen dat het niet langer de oorlog financiert. De gas-importerende landen financieren feitelijk de Russische oorlogsinspanning. We moeten heel snel kijken hoe we een heel palet aan maatregelen kunnen nemen. En daarbij hoeven niet veel taboes te bestaan, want met taboes kom je niet erg ver.’